Getrokken internationale treinen

De spoorlijnen in Europa zijn voor een groot deel uitgevoerd in dezelfde spoorbreedte, namelijk normaalspoor. Dit zorgt ervoor dat er al sinds het begin van deze gestandaardiseerde spoorbreedte internationaal spoorvervoer mogelijk is. Dit werd, net zoals het andere spoorvervoer, uitgevoerd met door een locomotief getrokken rijtuigstammen. Naarmate de jaren verstreken, verschenen er steeds meer treinstellen op de steeds vaker geëlektrificeerde lijnen. In tegenstelling tot de spoorbreedte, hebben verschillende landen vaak verschillende spanningen op de bovenleiding staan. Hierdoor was het in de meeste gevallen lange tijd niet mogelijk om grensoverschrijdend vervoer met treinstellen uit te voeren. In plaats daarvan worden er vandaag de dag nog steeds vaak rijtuigstammen ingezet die bij de staatsgrens van locomotief wisselen.

In principe valt de Beneluxtrein, soms ook wel aangeduid als IC Brussel, ook onder de getrokken internationale treinen. Vanwege het vele beeldmaterieel dat ik hiervan heb, heeft deze verbinding een eigen pagina.


D-treinen

De D-trein was lange tijd de benaming die werd gebruikt voor de getrokken internationale treinen door Europa. Oorspronkelijk was dit een Duits concept, de D staat dan ook voor durchgang en slaat op het feit dat men in de eerste D-treinen in 1892 zich voor het eerst door de trein langs de verschillende coupés kon bewegen. Tussen de twee wereldoorlogen breidde het netwerk van Duitse internationale treinen sterk uit, waardoor de term 'D-trein' in veel landen werd overgenomen. Zodoende komt loc 1138 in de zomer van 1991 met D-trein D496 van Basel naar Amsterdam door station Utrecht Lunetten gereden. Foto: René Friebel.

 

Loc 1213 met D-trein D1286 naar Port-Bau, hier gefotografeerd op het beginstation Amsterdam Centraal. Foto: René Friebel.

 

Loc 1218 met trein D2329 van Amsterdam naar Bad-Wildungen tijdens een stop in Arnhem. De locomotief is tegenwoordig als museumloc te vinden bij Stichting KLOK. Foto: René Friebel.

 

Loc 1656 met trein D222 van Wenen naar Amsterdam tijdens een stop in Arnhem. Deze locomotief is nu eigendom van het Spoorwegmuseum. Foto: René Friebel.

 

Loc 1613 met trein D345 van Hoek van Holland naar Berlijn gefotografeerd op Utrecht Centraal. Vanaf 1980 werden de D-treinen langzaamaan vervangen door verbindingen als de EuroCity, EuroNight en verschillende HSL-verbindingen, waaronder de ICE. Tegenwoordig zijn ze nergens meer te vinden. Foto: René Friebel.

 


Luxemburg - Luik

Lange tijd werd de intercity Luxemburg - Luik uitgevoerd als getrokken trein, bestaande uit een Luxemburgse 3000-loc en een stam Belgische I11-rijtuigen. We zien deze treindienst hier een stop maken in het Belgische Coo op 11 augustus 2007.

 

Op 5 augustus 2008 trof ik dezelfde treindienst aan bij doorkomst door het Luxemburgse Wilwerwiltz.

 


IC Berlijn

De IC Berlijn, de intercitydienst tussen Amsterdam en Berlijn, rijdt sinds 1991 als voortzetting van de D-trein Amsterdam - Hannover/Braunschweig. Sinds het vallen van de Berlijnse Muur kan er weer regulier doorgereden worden naar de Duitse hoofdstad. Op 8 oktober 2011 kroop de IC Berlijn vanwege een omleiding weer even in haar oude rol als trein naar Hannover.

 

Zoals we hierboven zagen, wordt de IC Berlijn uitgevoerd met Duitse rijtuigen. In Nederland werd de tractie jarenlang verzorgd door een 1700-loc, die in Bad Bentheim werd gewisseld voor een Duits exemplaar. Hier zien we die locwissel plaatsvinden op 23 december 2010.

 

Loc 1736 maakt op 24 november 2011 met de IC Berlijn een stop op station Apeldoorn. In tegenstelling tot de vele internationale HSL-verbindingen die ons land tegenwoordig rijk is (ICE, Thalys, Eurostar), is de IC Berlijn nog steeds een reguliere intercity die ook stopt op stations als Hilversum, Almelo en dus ook Apeldoorn.

 

Loc 1760 met een IC Berlijn tijdens de doorkomst in Baarn op 25 mei 2013.

 


EETC

Het bedrijf Euro-Express Treincharter (kortweg EETC) was al sinds 1996 aanwezig op het spoortoneel als verzorger van verschillende charterritten naar de Alpen. Toen EETC in 2010 officieel spoorvervoerder werd, ging men ook meer ritten organiseren. Op 11 maart 2012 komt EETC-loc 1254 tijdens een overbrengingsrit van vijf Bahntouristik-rijtuigen door station Rotterdam Lombardijen.

 

Vaste standplaats van het EETC-materieel was rangeerterrein Watergraafsmeer in Amsterdam, waar we de locs 1251 en 1254 zien tijdens een rangeerbeweging op respectievelijk 3 januari 2012 en 25 oktober 2012.

 

Op 11 juli 2014 passeert loc 1252 de overweg in de Spoorweglaan te Moordrecht met een slaaptrein naar Koper, Slovenië.

 

Dit zijn mijn laatste foto's van een door EETC gereden trein, in 2015 is het bedrijf gestopt met spoorvervoer vanwege te hoog geworden exploitatiekosten.

 


Nachttreinen

In de avond van 3 februari 2013 komt loc 1738 aan op Utrecht Centraal met een EuroNight vanuit Warschau. EuroNight is de naam waaronder de nachttreinen van het EuroCity-netwerk sinds 1993 geëxploiteerd worden. Deze specifieke verbinding is in 2007 begonnen tussen Amsterdam en Moskou, waarna de dienst in 2011 en 2014 is ingekort en nu slechts tussen Keulen en Warschau rijdt.

 

Nadat Deutsche Bahn begin 2016 bekend maakte dat ze zouden stoppen met hun CityNightLine-verbindingen, heeft het Oostenrijkse ÖBB haar eigen netwerk van nachttreinen opgezet. ÖBB verzorgde al aan het einde van 2016 de eerste van Deutsche Bahn overgenomen nachttrein, nu onder de merknaam Nightjet. Met het oog op duurzaam vervoer binnen Europa is in 2021 de Nightjet ook naar Nederland gaan rijden, met als eerste de verbinding Amsterdam - Wenen.

 

Voor de exploitatie tussen Amsterdam en Keulen heeft NS twee Vectron-locomotieven geleaset en in haar eigen huisstijl gestoken. Op de foto zien we de 193 766 met een Nightjet op 21 juli 2021 te Amsterdam Centraal.

 

In de avond van 9 december 2021 staan de 189 115 en 189 105 van MRCE op station Rotterdam Centraal klaar met de nachttrein naar Praag van GreenCityTrip.

 

De trein bestaat verder uit Duitse rijtuigen. Er zijn acht couchetterijtuigen met zes bedden per coupé, zes rijtuigen met vier bedden per coupé en twee rijtuigen met tweepersoons coupés, wat het totaal brengt op zestien rijtuigen.