Overige museumtrams

Er zijn in Nederland veel steden waar ooit een tram heeft gereden. Op de stadsnetten van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag na hebben geen van deze trambedrijven de opkomst van de autobus overleefd. Op deze pagina zijn trams te vinden uit steden waar er te weinig bewaard is gebleven om er een aparte pagina aan te wijden.


In Arnhem werd in 1880 de eerste paardentramlijn geopend. In 1911 werd de Gemeente Electrische Tram Arnhem (GETA) opgericht, die een bescheiden tramnet van zes lijnen exploiteerde. Tijdens de Slag om Arnhem in 1944 is de remise inclusief bijna al het materieel in vlammen opgegaan, waarna is besloten het trambedrijf niet voort te zetten. In plaats daarvan heeft Arnhem voor de trolleybus gekozen en deze als enige stad in Nederland tot op de dag van vandaag operationeel gehouden. Hoewel er geen enkele tram is bewaard, rijdt sinds 1998 deze replica van een tram uit 1929 rond in het Openluchtmuseum te Arnhem. We zien motorwagen 76 op 5 mei 2010. Foto: Bart Tummers.

 

Van 1906 tot 1939 had Utrecht een elektrische stadstram. Sinds 1983 rijden er weer (snel)trams door Utrecht, maar er nauwelijks overlap te vinden met het stadsnet van vroeger. Motorwagen 75, van 1940 tot 1961 in Amsterdam ingezet met nummer (30)1, is bewaard gebleven bij de EMA. Op 28 februari 2013 trof ik de wagen aan in de remise te Nieuwegein.

De in 1880 geopende paardentram in Groningen werd vanaf 1906 geëxploiteerd door de Gemeentetram Groningen (GTG). Het net had op zijn hoogtepunt vijf lijnen, waarvan de laatste werd opgeheven in 1949. In het begin van de 20e eeuw is er nog even sprake geweest van een terugkeer van de tram in Groningen, maar dit plan is in 2012 definitief afgeblazen. Van het oorspronkelijke trammaterieel is niets bewaard gebleven, maar sinds 1981 beschikt de EMA wel over deze motorwagen 41. Dit is eigenlijk de Haagse motorwagen 267, maar is afkomstig uit dezelfde fabriek en van hetzelfde type als de Groningse serie 36-42. Veel meer dan een revisie en een nieuw jasje was er dan ook niet nodig om de Groningse tram  weer tot leven te wekken. Op 17 juli 2015 trof ik de 41 aan bij het Haarlemmermeerstation, het beginpunt van de EMA.

 

De Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM) beschikt over deze tram, motorwagen 610 van de voormalige Limburgse Tramweg-Maatschappij (LTM). De LTM exploiteerde veel verschillende stoomtramlijnen in Limburg, maar ook de elektrische tramlijnen Heerlen - Sittard met zijtak naar Brunssum en Heerlen - Kerkrade met zijtak naar Locht. Na de opheffing van de tramlijnen in Limburg in 1950 heeft 610 nog met wagennummer 90 bij de HTM gereden op de tramlijn van Den Haag naar Leiden. Na de buitendienststelling in 1965 is de wagen bij het Spoorwegmuseum terecht gekomen, die haar in 2005 heeft geschonken aan de ZLSM. We zien de 610 hier in een loods te Simpelveld op 9 mei 2024.

 

De eigenaar van oorlogsmuseum Collectie '40-'45, tevens een goede familievriend, bezit dit model van een Blauwe tram. Dit was de benaming voor de interlokale tramlijnen tussen Den Haag en Amsterdam. Hij schrijft over het model: "De tram is gemaakt door architect Adriaan Moen. Hij is eraan begonnen in 1938 en heeft hem tijdens de oorlog verder afgemaakt. In 1944 werd dhr. Moen door de Duitse Sicherheitsdienst (absoluut geen lieverdjes, martelpraktijken logen er niet om) opgepakt. Waarom is nooit bekend gemaakt, wellicht door zijn werkzaamheden nog voor het begin van de oorlog voor joodse ondernemers. Bij thuiskomst herkende zijn vrouw hem niet meer... Adriaan Moen heeft de oorlog overleefd en is in 1950 overleden. Waarschijnlijk hebben zijn ontberingen, tijdens zijn gevangenschap bij de SD, hiermee te maken. Lichamelijk kapot gemaakt, zoals zijn kleinzoon het vertelde."